Bekijk hier wat en wanneer er iets moet gebeuren in uw tuin.

Januari

• Deze maand is zeer geschikt om fruitbomen, struiken en planten te snoeien. Denk erom dat u niet snoeit als het vriest.
• Als het niet vriest, kunt u ook planten poten. Als u wat extra kleur in uw tuin wilt, plant u bijvoorbeeld winterheide of viooltjes.
• Het gazon kan in januari voorzien worden van een laagje kalk. Hier verbetert de bodemstructuur van en het gaat verzuring tegen.
• Is er sneeuw gevallen? Lekker laten liggen, want sneeuw zorgt voor uitstekende isolatie van de planten.

Februari

• Ook in februari kunt u nog heel goed snoeien (zolang het niet vriest). Vooral de fruitbomen komen in februari in aanmerking voor een snoeibeurt.
• De toppen van de voorjaarsbollen zullen ook weer uit de grond komen. Het is verstandig om vooral de bollen die al jarenlang op dezelfde plaats staan een beetje organische mest te geven.
• Eind februari is het tijd om wilgen te knotten. Dit moet zeker om de drie jaar plaatsvinden, anders gaat de boom scheuren vertonen.

Maart

• Het is nu tijd om rozen met blote wortels te planten (mits het niet vriest). Tevens kunt u nu heesters, hagen en boompjes verplanten, omdat ze nog geen blad dragen.
• U kunt nu ook beginnen met de voorjaarsschoonmaak. Haal alle afgestorven plantendelen weg uit de borders.
• Het gazon kunt u nu verticuteren. Belucht het gazon door er met een grasprikker in te prikken. Vervolgens strooit u er een mengsel van zand en compost over.

April

• Het is weer tijd om het gras te maaien. Controleer voordat u gaat maaien het gazon op kale plekken en zaai deze eventueel opnieuw in. Afhankelijk van de groei, maai je één of twee keer per week.
• De maand april is bij uitstek geschikt om planten te bemesten. De planten nemen de voedingsstoffen nu optimaal op.
• Snoei de hagen, zoals de liguster, de taxus en leylandii. Ook is het nu een goede tijd om de klimop terug te snoeien.

Mei

• Om een mooi gazon te krijgen, strooit u in mei kunstmest op uw gazon. Doe dit op het moment dat er regen is voorspeld en herhaal dit maandelijks tot en met augustus.
• Na vijftien mei zijn de IJsheiligen voorbij en is er normaal gesproken geen nachtvorst meer. Het is nu mogelijk om de zaden van planten direct in de volle grond te poten. Ook de voorgezaaide planten kunnen nu de grond in.
• De hele tuin groeit en bloeit in mei en dus ook het onkruid. Dat betekent dus dat u onkruid moet gaan wieden. U kunt het onkruid ook wegbranden met een onkruidbrander.

Juni

• Na de langste dag van het jaar (21 juni) krijgen de planten een nieuwe groei-impuls. Denk erom dat heesters en hagen dan teruggesnoeid zijn, zodat ze weer mooi kunnen uitlopen.
• Bij aanhoudend mooi weer hebben de planten extra water nodig.
• Als u het gras vaak maait, kunt u het maaisel laten liggen. Blijven er wel restjes gras liggen, haal dit dan weg.

Juli

• In juli is het zaak om het gras niet te kort (drie tot vijf centimeter) te maaien. Zo voorkomt u gele en bruine plekken, doordat het gras verbrandt.
• Zorg ervoor dat u regelmatig uitgebloeide bloemen verwijdert. De planten zullen nu meer nieuwe knoppen aanmaken.
• Tijdens zeer warme dagen kunt u de planten het best veel water geven. Dit doet u vroeg in de ochtend of later in de avond. Dan zullen de bladeren niet verbranden en het water verdampt dan minder snel.